Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de priester antwoordde David, en zeide: Er is geen [8]gemeen brood onder mijn hand; [9]maar er is [10]heilig brood, wanneer zich de jongelingen slechts van [11]de vrouwen onthouden [12]hebben. 8. Het woord gemeen wordt hier en elders gesteld tegen het woord heilig, of geheiligde. 9. Hij spreekt van de toonbroden, die voor den Heere gesteld en alzo den Heere geheiligd werden, van welke niemand mocht eten dan alleen de priesters. Zie Ex.25:30, en Lev.24:5. 10. Hebreeuws, brood der heiligheid; dat is, heilig brood, en alzo onder vs.5. 11. Versta, van hun echte huisvrouwen, want hoewel het huwelijk eerlijk is bij allen, en een onbevlekt bed, Hebr.13:4, nochtans, vanwege de zwakheid des mensen, vermengt zich lichtelijk de zonde hierin; daarom wil de Heere dat men op zekere voorvallende gelegenheid en tijden zich van de huwelijkse samenkomst zal onthouden. Zie hfdst.19 vs.15; 1 Kor.7:5. 12. Versta hierbij, zo zal ik u dat geven.